Hoe wordt je werk beoordeeld? Elk onderdeel van je werk wordt apart bekeken en krijg je een aardering voor.
Titel van het werkstuk
De titel is duidelijk, correct gespeld en volledig ("Willem van Oranje en de Nederlandse Opstand").
Het staat bovenaan de pagina in grote, goed leesbare letters.
De titel is aanwezig en redelijk duidelijk, maar bevat kleine fouten in spelling of is niet volledig (bijvoorbeeld "Willem van Oranje").
De titel ontbreekt of is onduidelijk, verkeerd gespeld, of staat niet op een opvallende plek.
Illustratie of afbeelding
Er is een passende afbeelding of illustratie toegevoegd die goed aansluit bij het onderwerp (bijvoorbeeld een portret van Willem van Oranje of een historische kaart). De afbeelding is netjes geplaatst en eventueel voorzien van een bijschrift.
Er is een afbeelding of illustratie aanwezig, maar deze sluit niet helemaal aan bij het onderwerp of is slordig gepresenteerd (bijvoorbeeld een scheve of onscherpe afbeelding).
Er is geen afbeelding of illustratie, of de gekozen afbeelding is ongeschikt voor het onderwerp.
Naam, klas en datum
Voor- en achternaam, klas en datum zijn volledig en correct ingevuld. Ze staan netjes gepresenteerd onder de titel.
Naam, klas en/of datum zijn aanwezig, maar er ontbreekt één onderdeel of de presentatie is slordig (bijvoorbeeld te klein of slecht leesbaar).
Naam, klas en/of datum ontbreken, of zijn onvolledig of zeer slordig.
Titel van het werkstuk
De inhoudsopgave heeft een duidelijke titel, zoals "Inhoudsopgave". De titels van de hoofdstukken staan netjes onder elkaar in een goed leesbare volgorde. De opmaak is overzichtelijk (bijvoorbeeld door gebruik van inspringingen of een nette indeling).
Er is een inhoudsopgave aanwezig met een titel, maar de opmaak is minder overzichtelijk of slordig (bijvoorbeeld titels zonder volgorde of geen nette inspringingen).
Er is geen titel, of de inhoudsopgave is zo onoverzichtelijk dat deze moeilijk te begrijpen is.
Correcte hoofdstuktitels
Alle hoofdstukken worden correct benoemd en komen exact overeen met de hoofdstuktitels in het werkstuk.
De meeste hoofdstuktitels zijn correct, maar er zijn kleine afwijkingen of een hoofdstuk ontbreekt.
Hoofdstuktitels zijn onvolledig, incorrect of missen grotendeels.
Paginanummers
Alle hoofdstuktitels zijn gekoppeld aan de juiste paginanummers, en de nummering is logisch en steeds op dezelfde manier.
De meeste hoofdstukken hebben een paginanummer, maar er zijn enkele fouten of onduidelijkheden in de nummering.
Paginanummers ontbreken of komen niet overeen met de rest van het werkstuk.
Hoofdstukken schrijven
Elke hoofdstuktitel is duidelijk, correct gespeld en sluit precies aan bij de inhoud van het hoofdstuk (bijvoorbeeld "Wie was Willem van Oranje?").
De meeste titels zijn aanwezig en begrijpelijk, maar bevatten kleine slordigheden in spelling of formulering.
Hoofdstuktitels ontbreken, zijn onjuist geformuleerd of sluiten niet aan bij de inhoud van het hoofdstuk.
Inleiding per hoofdstuk
Elk hoofdstuk begint met een korte, duidelijke introductiezin die de lezer voorbereidt op wat volgt. De inleiding is relevant en goed geformuleerd.
De inleidingen zijn aanwezig, maar niet altijd helder of volledig. Ze geven een globaal idee van de inhoud, maar kunnen beter aansluiten bij het onderwerp.
Er zijn geen inleidingen of deze zijn onduidelijk, irrelevante of slecht geformuleerde zinnen.
Hoofdtekst
De tekst is informatief, volledig en goed gestructureerd. Elk hoofdstuk bevat minimaal 10-15 zinnen, en de informatie is in eigen woorden geschreven. Er is aandacht voor de historische feiten en uitleg van moeilijke woorden.
De tekst is grotendeels volledig, maar bevat minder detail, herhalingen of slordige formuleringen. Sommige delen lijken gekopieerd in plaats van in eigen woorden geschreven.
De tekst is onvolledig, bevat weinig informatie of is slecht uitgewerkt. Er zijn mogelijk stukken letterlijk overgenomen uit bronnen zonder aanpassingen.
Afbeeldingen of illustraties
Elk hoofdstuk bevat minimaal één relevante afbeelding of tekening die past bij de inhoud. Afbeeldingen zijn goed geplaatst en eventueel voorzien van een kort bijschrift.
Er zijn afbeeldingen of tekeningen aanwezig, maar ze zijn niet altijd relevant, netjes geplaatst of goed uitgewerkt. Bijschriften ontbreken vaak.
Er zijn geen afbeeldingen of de gekozen afbeeldingen zijn ongeschikt of slordig.
Schrijfstijl en taalgebruik
De tekst is helder, goed leesbaar en grammaticaal correct. Er is aandacht besteed aan correcte spelling en het vermijden van herhaling.
De tekst is begrijpelijk, maar bevat enkele grammaticale fouten, slordigheden of herhalingen. Het taalgebruik is soms minder zorgvuldig.
De tekst is moeilijk leesbaar door veel grammaticale fouten, onduidelijke zinnen of een rommelige opbouw.
Creativiteit en fantasie
Het verhaal, de strip of de tijdlijn is origineel en laat duidelijk zien dat de leerling goed heeft nagedacht over hoe de geschiedenis anders zou kunnen zijn gelopen. Ideeën zijn verrassend en logisch uitgewerkt.
Het verhaal laat enige creativiteit zien, maar de ideeën zijn minder origineel of niet volledig uitgewerkt. Er is wel nagedacht over alternatieve gebeurtenissen.
Het verhaal bevat weinig tot geen creativiteit, lijkt haastig gemaakt of bevat nauwelijks alternatieve gebeurtenissen.
Gebruik van historische kennis
Het verhaal laat zien dat de leerling historische feiten begrijpt en deze op een slimme manier verwerkt in het alternatieve verhaal, de strip of de tijdlijn.
Er zijn enkele historische feiten verwerkt, maar deze zijn oppervlakkig of niet altijd goed toegepast in het creatieve werk.
Er zijn geen historische feiten verwerkt of deze zijn onjuist gebruikt, wat het werk minder geloofwaardig maakt.
Structuur en lengte
Het korte verhaal bevat 150-200 woorden en heeft een duidelijke inleiding, middenstuk en afsluiting. Een strip heeft minstens 5 duidelijke plaatjes, en een tijdlijn bevat minstens 5 alternatieve gebeurtenissen.
Het verhaal, de strip of de tijdlijn is korter of minder gestructureerd, maar wel begrijpelijk. Het creatieve werk bevat ten minste 3 alternatieve gebeurtenissen.
Het werk is te kort, onsamenhangend of bevat minder dan 3 alternatieve gebeurtenissen.
Netheid en presentatie
Het verhaal is netjes uitgewerkt, goed leesbaar of duidelijk getekend. Het is met zorg gemaakt en toont inzet.
Het verhaal is leesbaar en begrijpelijk, maar er zijn kleine slordigheden in presentatie of opmaak.
Het verhaal is slordig, moeilijk te lezen of haastig gemaakt.
Aanwezigheid van een bronnenlijst
De bronnenlijst is volledig aanwezig aan het einde van het werkstuk. Alle gebruikte bronnen zijn duidelijk en netjes vermeld.
Er is een bronnenlijst aanwezig, maar sommige gebruikte bronnen ontbreken of zijn slordig genoteerd.
Er is geen bronnenlijst aanwezig of deze bevat slechts één bron zonder verdere uitleg.
Juistheid van bronvermelding
Elke bron is volledig en correct vermeld, met voldoende details zoals auteur, titel, publicatiedatum en/of website. Bijvoorbeeld:
Boek: Willem van Oranje: De Vader des Vaderlands door J. de Jong, uitgeverij Historische Pers, 2018.
Website: www.historiek.net, geraadpleegd op 12 november 2024.
De meeste bronnen zijn vermeld, maar sommige missen details of hebben kleine fouten in de beschrijving (bijvoorbeeld geen datum of auteur).
De bronnen zijn onjuist vermeld of bevatten nauwelijks bruikbare informatie (bijvoorbeeld alleen "Google" of "geschiedenisboek").
Aantal bronnen
Er zijn minimaal 3 verschillende bronnen gebruikt (bijvoorbeeld een boek, een website en een artikel).
Er zijn 2 verschillende bronnen gebruikt, of de bronnen zijn beperkt tot één type (bijvoorbeeld alleen websites).
Er is slechts één bron gebruikt of er zijn helemaal geen bronnen vermeld.
Netheid en opmaak
De bronnenlijst is netjes opgesteld in een overzichtelijke lijst, met elke bron op een aparte regel en gebruik van een consistent format.
De bronnenlijst is aanwezig, maar slordig geordend of bevat kleine opmaakfouten.
De bronnenlijst is onoverzichtelijk, moeilijk leesbaar of zonder enige structuur.